Een voormalig schoolgebouwtje hier om de hoek, waar een groep Oekraïense vluchtelingen een tijdje onderdak had, is ingepakt in steigers. Schilders geven de buitenkant een goeie lik verf en binnen doen bouwvakkers enkele laatste aanpassingen. De gemeente, die eigenaar is, wil er 37 studenten huisvesten, al lijkt de vergunning voor de nieuwe bestemming nog niet helemaal rond.
Een paar omwonenden zijn bang voor overlast en dreigen het plan te torpederen. Die buurtgenoten hebben de gemeenteraad over de kwestie aangeschreven. Slim bedacht, goeie zet.
De eenpersoonsfractie van een plaatselijke partij zette er vervolgens de tanden in. Het raadslid heeft in omliggende straten aangebeld en bewoners gevraagd of ze ook problemen voorzagen. Het is maar net hoe je het stelt. Namens de partij hangen er nu spandoeken aan de hekken rond het gebouw met de tekst: ‘ongeschikt voor studentenbewoning’. Volgens het raadslid (ik heb het haar per mail gevraagd) is toekomstige huisvesting er ‘ongeschikt’, niet omdat het te klein is of omdat het dak lekt of wat dan ook, maar alleen omdat omwonenden bezwaar hebben. Zo is het cirkeltje snel rond.
Het lijkt mij juist een heel goed idee om studenten daar een plek te bieden, sowieso om het gebouw een nieuwe bestemming te geven en het niet te laten verpieteren. Het zou jammer zijn om deze kans te laten liggen. Wat jong bloed erbij in de wijk kan helemaal geen kwaad. Het zullen geen mensen zijn die de hele tijd brallen, zuipen en feesten, waar de angst van de buren vanuit een stereotiep beeld wellicht op gebaseerd is. Een dispuut van het corps heeft op deze locatie, diep in Overvecht, weinig te zoeken. Eerder zie ik een gevarieerde verzameling serieuze, hardwerkende studenten voor me. Als die al iets teweegbrengen zal het, veel eerder dan een verstoring, een verrijking zijn.
Daar komt bij, over het grijpen van kansen gesproken, dat er over de hele linie een schreeuwend tekort aan woonruimte is. Dat behoeft geen toelichting. Ieder initiatief om een paar studenten blij te maken met een kamer is welkom.
Het raadslid is met haar gemakkelijke boodschap achter de bewoners gaan staan, daar spint ze goed garen bij, maar de eventuele toekomstige bewoners mogen wat haar betreft in de kou blijven.
Aangezien nog niet bekend is wie het zijn, hebben zij geen stem in dit verhaal. Die stem neem ik dan maar voor mijn rekening. Alleen weet ik nog niet precies hoe. Hoe protesteer je tegen protest? Hoe maak je bezwaar tegen bezwaar? Er ontstaat een mogelijkheid. Vlak voor het ter perse gaan van dit blog, ik hoor het geratel al, bereikt me het bericht dat er een inloopavond komt over het plan. Omdat ik mondeling veel minder sterk ben dan schriftelijk, zal mijn bijdrage kort zijn, op luide toon: ‘Ik ben voor, laat maar komen die lui, leuk!’
T
LikeLike