Ik kan me soms zo ontzettend boos maken om dingen. Vanochtend nog nabij de supermarkt, een automobilist schoof losjes zijn auto op de gehandicaptenplek. Ik plaatste mijn fiets in het rek ernaast en checkte, omdat dat nu eenmaal in mijn natuur zit, subtiel of er zo’n blauwe parkeerkaart op het dashboard lag. In dit geval was dat zo. Toch stapte de man zonder enige moeite uit en liep kwiek als maar kon naar de ingang van de winkel. Dan ben je toch een klootzak, dat je die plek bezet houdt die een ander misschien echt nodig heeft. Ik kon de fitte vijftiger tegen vrienden horen snoeven dat hij met die kaart van zijn vrouw nooit hoefde te zoeken.
Nog bozer ben ik als iemand daar de vrijheid neemt om op het trottoir te parkeren en ik me er met mijn fiets langs moet wringen. Opzouten met die klotekar. In een ver verleden nam ik het recht weleens in eigen hand. Of eigen voet beter gezegd. Dan trapte ik de buitenspiegel van een auto die het doorgangetje versperde, dat was vlak bij mijn toenmalige studentenhuis. ’s Avonds laat, hoor, niemand die het zag.
Dertig jaar verder, rijper en wijzer, fantaseer ik alleen nog over zulke acties. Vaak, dat wel, aanleiding in overvloed.
Nu is hier om de hoek de straat net heringericht. Een nieuwe groenstrook moet ervoor zorgen dat op de stoep parkeren niet meer mogelijk is. De uitrit van twee garages, die overigens duidelijk in onbruik zijn, blijft vrij en wordt alweer geregeld gebruikt door foutparkeerders. De neuzen staan zo ver naar voren dat het voetpad daar lastig begaanbaar is. Het gaat vooral om het principe; op een steenworp afstand is plek zat.
Geweld speelt nog door mijn hoofd. De buitenspiegels geven mee tegenwoordig, dat werkt niet meer. Een sleutel van voor tot achter over de lak zou tot de mogelijkheden behoren. De rest schrijf ik niet uit. Misschien een briefje onder de ruitenwisser. Dat is vriendelijker, erg sullig en waarschijnlijk weinig effectief. Om mijn woede een uitweg te bieden, een kanaal om weg te vloeien, stuurde ik het wijkbureau maar een mail over de kwestie. Dat deugt, zeker, maar is vele malen minder lekker.