Popcorn

Meer dan een kwarteeuw geleden, de Twin Towers stonden nog overeind, bezocht ik voor een paar dagen New York. Het was onderdeel van iets groters, ik was niet speciaal voor die stad in het vliegtuig gestapt. Ik reisde alleen, iets wat ik me nu nog nauwelijks kan voorstellen. Met de andere gasten van het hostel om de hoek van Central Park had ik geen contact. In een bar op Amsterdam Avenue dronk ik een whisky met een man die zich een paar glazen later tot oplichter ontpopte. Verder sprak ik niemand.

Ik had mijn skates mee en maakte wat rondjes door het park. De loomheid en de zachtheid van de Indian Summer deden zich gelden. Ik wilde me niet overgeven aan de geijkte bezienswaardigheden, liever begaf ik me onder de plaatselijke bevolking aan de rand van Harlem, toen al niet meer het diepe getto. Zo zonder iets bijzonders om te doen draaide het uit op slenteren door de brede straten en langs basketbalveldjes.

Halverwege een middag kwam ik langs een bioscoop waar Saving Private Ryan op het punt stond te beginnen. De titel zei me niet veel, maar het leek me het proberen waard.

In de veronderstelling dat het nu eenmaal zo hoorde in een Amerikaanse bioscoop, kocht ik bij de balie een extreem grote beker cola en een extreem grote bak popcorn. De zaal was al donker en zat vol toen ik de toegangsdeur met mijn voet openduwde. Alles bezet, alleen míjn stoel was nog vrij. Tijdens de tocht door het gangpad viel me op dat niemand anders iets te eten of te drinken mee had. Behoedzaam nam ik plaats tussen twee mensen. Ik kon alleen maar raden naar de blikken die me ten deel vielen. Veel aandacht zal men mij ook weer niet geschonken hebben, want de film was al bezig.

Het was baanbrekend hoe hyperrealistisch de landing op de kust van Normandië in beeld werd gebracht. En in geluid. Toen ik de film onlangs thuis nog een keer zag, ontdekte ik destijds in dat zaaltje de eerste scènes te hebben gemist. Zodra ik zat, vlogen de eerste kogels al over het scherm. Er slingerden ledematen over het zand en door zwarte rookwolken. Ingewanden puilden uit buikwanden. Kogelgaten verschenen in hoofden. Mensen vielen om, schreeuwden, jankten, bidden. Ik ga me de moeite besparen om uit te zoeken hoeveel minuten die geweldsorgie duurde, veel in ieder geval.

Ik begon intussen toch maar aan de popcorn die pontificaal op mijn schoot stond en probeerde geluidloos te kauwen. Het wilde niet erg smaken. Het voelde alsof ik een overtreding beging. Een slok cola nemen leek ook al zo ongepast onder het leed dat van het scherm spatte. Ik had nog een lange weg te gaan.