Ondanks dat ik geen zware gebruiker ben, kom ik gemiddeld toch nog aan anderhalf uur per dag. Eerder dan die tijd gaat het me om het steeds weer oppakken en die thuisknop indrukken, vaak ongewild en meestal onnodig. Het is een gewoonte die erom schreeuwt te worden doorbroken, al is het alleen maar om weer bewust te zijn van de plaats die het apparaat heeft ingenomen. Of heeft gekregen, van mij, ik doe het zelf, of toch niet helemaal, er zijn subtiele en minder subtiele mechanismes aan het werk. Het is goed om die helder te krijgen.
Ik neem daarom een week vakantie van mijn telefoon. In plaats van hem om de haverklap te raadplegen, ben ik van plan dat nog maar twee keer per dag te doen, rond het middaguur en na het avondeten. Bellen en gebeld worden mag nog, dat doe ik toch al erg weinig. De apps die ik het meest gebruik, die van NRC en NOS, kunnen wel even zonder mij. Ik heb tijdelijk Teletekst geïnstalleerd, voor een snelle blik op de hoofdlijnen van het nieuws, de kabinetsval zal me niet ontgaan. Op de beperkte gebruiksmomenten krijgen bij voorkeur verder alleen Whatsapp en de mail mijn aandacht.
Het idee voor deze telefoonretraite komt van de documentaireserie Schermstrijd. Filosoof en journalist Doortje Smithuijsen portretteert zeven jongeren die negen tot dertien(!) uur per dag online zijn. De vraag rees of er sprake was van verslaving, of deze jonge mensen nog zonder zouden kunnen. Ze kregen het voorstel om mee te doen aan een experiment. De opzet was simpel: leg een week lang je telefoon aan de kant, raak hem niet aan, schakel hem uit. Zes van de zeven durfden het aan. Een van hen moest eerst, voordat ze cold turkey ging, snel googelen hoe dat moest, haar mobiel uitzetten. Ze hadden het allemaal moeilijk, zoals te verwachten viel. Helaas kwam nauwelijks aan bod hoe het de deelnemers na die week verging. Gingen ze op de oude voet verder of veranderde er iets in hun gedrag? Dat leek me juist interessant om te weten.
Blij toe dat ik er niet zo diep in zit. Maar toch: de korte afleiding, de verstrooiing, de shotjes dopamine die de telefoon biedt, lijk ik nodig te hebben. Het gaat te ver in dit geval, in mijn geval, om van verslaving te spreken, daar komt meer bij kijken, maar elementen ervan zijn te herkennen. Telefoongebruik is soms ook, al dan niet bewust, weglopen voor iets, kiezen voor het gemak van de instant verlichting van het scherm.
Nu deze schrijfsessie er bijna op zit, begint er alweer wat te kriebelen, ontstaat een eerste aanzet van een beweging, zoeken mijn ogen het apparaat, sorteert mijn geest voor op controleren of er berichtjes zijn, nieuwsitems of misschien een opinie. Dat gaat nu niet. Wat zal ik doen? Wat kan ik met de vrijgekomen tijd? Eerst een moment alleen maar zitten, lijkt me goed, en de leegte toelaten.