Asfalt

We waren aan een mountainbikeroute begonnen die werd aangeduid als ‘best pittig’ en volgens een recensie voor lekke banden zou kunnen zorgen. Dan maakte het niet meer uit hoe mooi het weer was en dat we alle tijd hadden, dan verschenen voor mij de beren. De klassieke rol van de vader die het voortouw neemt, heeft me nooit gepast. Melanie neemt dat maar op zich, als de moeder dan, die het voortouw neemt.

Ik voelde zeker druk me groot te houden, door te zetten en me niet te laten kennen, maar niet voldoende om die drie dingen daadwerkelijk te doen. Na de eerste klim zei ik er genoeg van te hebben. Er moest per slot van rekening iemand in de groep zijn die begon met klagen. Het vooruitzicht lang in het dorpje te moeten wachten tot de anderen terugkwamen, weerhield me ervan meteen om te keren.

Intussen had ik wel de kaart op zak, waarop na ongeveer de helft van de route een korte weg terug te zien was, waarschijnlijk over licht glooiend asfalt. Die nam ik, kocht bij een kiosk een flesje fris en trapte nog een vlak stuk in de richting waar de anderen vandaan zouden komen. Voldaan na de tocht fietsten ze me tegemoet. Ik had niet het idee dat het ze erg deerde dat ik eerder was afgehaakt. Melanie een beetje, hoorde ik later. Bij die jongens van 14 en 15 kun je het nooit zeker weten. Ik heb ze maar op een ijsje getrakteerd.