In tijd gemeten stelt mijn werk als e-coach niet veel voor. Het is een vrijwilligersbaantje bij een zelfregiecentrum voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. Twee ochtenden per week besteed ik eraan. Ik doe dit online thuis, ook al voordat het noodzakelijk was, solistisch ingesteld als ik ben.
Het draait bij de individuele schrijfcursus om het zogeheten herstelverhaal. Dat is voor mij vooral een goede aanleiding om in gesprek te gaan. Deelnemers maken aan de hand van vaststaande thema’s opdrachten die ze mij toesturen. Daar reageer ik op door terug te koppelen en verbredende of verdiepende vragen te stellen. En iets van mezelf te laten zien.
Mijn ervaringsdeskundigheid schuilt er niet in dat ik intussen wel weet hoe het zit, hoewel die positie makkelijk in te nemen is, en ik ontkom daar nooit helemaal aan. Het kost moeite om iets wezenlijks te delen op de momenten dat het van belang is. Het is verleidelijker achterover te leunen en alleen de ander over de brug te laten komen. Maar daarmee bereik ik maar een fractie van het gewenste, of zelfs het tegenovergestelde. Het is belangrijk echt naast iemand te gaan staan, een stukje samen op pad te gaan, en dat op afstand en in geschreven woord, best een opgaaf.
Vaak is het maar de vraag wie er vooral voor wie is. Mij wordt net zo goed iedere keer een spiegel voorgehouden. Ieder brengt het nodige in vanuit zijn of haar eigenheid. Dat is althans het ideaal om zo dicht mogelijk te naderen.