Ladders

Het jaarlijks terugkerende schoonmaken van de dakgoten en het daarmee te combineren zemen van de ramen boven staan al enige tijd voor de deur. Op zich best overzichtelijke klusjes, alleen heb ik ineens de moed niet meer om een ladder op te gaan. ‘Dan moet je het ook niet doen,’ zegt een stem in mij. Een andere stem zet daar tegenover: ‘Stel je niet aan, beklim dat ding gewoon met angst en al, dan valt het vast mee.’ Het is niet eerlijk. Zij zijn met twee en ik moet in mijn eentje besluiten wat te doen.

We hebben zelf geen ladder, die leen ik van de buren. Dat had meer voeten in de aarde dan verwacht. Die van buurman 1 bleek niet hoog genoeg. Buurman 1 verwees me daarop naar buurman 2, die hij vorig jaar een ander exemplaar had geschonken. Samen met mijn oudste haalde ik ladder 2 op bij buurman 2 een straat verderop. Bij thuiskomst zag ik dat de voeten niet meer deugden, eentje was versleten, de ander helemaal weg. Het leek me niet veilig die te gebruiken en we brachten ladder 2 de volgende avond terug. Toen konden we meteen bij buurman 3 terecht voor ladder 3, die nu in de achtertuin ligt. Mij is verzekerd dat die, hoewel hij uit maar twee delen bestaat, tot aan de dakgoot reikt.

Na al deze voortvarende actie is het grote uitstellen begonnen. Ik word langzaam steeds zenuwachtiger bij de gedachte wat me te wachten staat. Ik dronk koffie bij mijn ouders. Zij raadden me onomwonden af het zelf te doen. Of ik het niet aan mijn zoon over kon laten, opperden ze. Ben ik al zo oud? Bij de plas zag ik vriend Piet. Kort daarvoor was hij met pikhouweel, stijgijzers en koorts door de Pyreneeën getrokken, verre van bang uitgevallen dus. Hij drukte me op het hart voorzichtig te doen: ‘Er zijn al veel ongelukken met die dingen gebeurd.’ Dat zou het duwtje geweest kunnen zijn.

Daar komt bij dat ik ook over de huidige ladder (nummer 3) niet tevreden ben. Het is sowieso een oud ding (sorry buurman 3) met een compleet rechte constructie. Er zit aan de onderkant geen verbreding die een eventuele zijwaartse beweging van de gebruiker op zou kunnen vangen. De ongunstige scenario’s nemen de overhand in mijn hoofd.

Enkele maanden geleden kwam er een louche type aan de deur die aanbood voor een vast bedrag de dakgoten te reinigen. Die wimpelde ik resoluut en met enige trots af: ‘Nee hoor, dat doe ik zelf.’ Evenzo ging het met de glazenwasser. Ik denk dat ik mijn houding tegenover de vaklui moet herzien.