Tafeltje

De gedragstherapie verlangde dat we samen eropuit gingen, de psycholoog en ik. We zouden mij blootstellen aan uitdagende situaties. Tot dan toe hadden we steeds tegenover elkaar gezeten in de wat zakelijke spreekkamer. Ze wist niet half hoeveel een uitstapje met haar naar de nabijgelegen lunchroom van mij zou vragen. Ik moest ter plekke met voornamelijk drie dingen overweg.

Ten eerste, waar het om te doen was, het zitten in een ruimte met mensen om me heen. We hadden vooraf afgesproken dat zij een tafeltje zou kiezen, zodat ik niet ontwijkend kon handelen. We kwamen bij het raam te zitten. Het was er niet stampvol, maar er waren toch aardig wat andere mensen. Het kon zomaar gebeuren dat iemand iets zei of deed wat met mij te maken had. Dat ik inmiddels maar al te goed wist dat zoiets mijn interpretatie was, wilde nog niet zeggen dat ik het niet meer dacht. Niet zelden zag ik er een bijbedoeling in van de ander, en van die keren meestal een terechtwijzing. Hier ontkwam ik niet aan de confrontatie en ik zat daardoor verre van op mijn gemak.

We bespraken ondertussen, en dat was het tweede punt, wat ik in het voorbije halfjaar had geleerd. We zagen elkaar in die periode wekelijks. Tijdens het traject stelden mijn motivatie en zelfkennis me in staat snel grote stappen te zetten. Soms liep ik puur op intuïtie al vooruit op wat we tijdens de sessies behandelden. Haar complimenten waren qua aantal en uitwerking niet gering. Zij en ik, we raakten gaandeweg steeds beter op elkaar ingespeeld. Dat nam niet weg dat ze in die lunchroom nog lastige vragen stelde. Op zo gedempt mogelijke toon probeerde ik ze te beantwoorden.

Daar kwam de derde moeilijkheid bij, namelijk dat ik een lichte crush op haar had. Dat mocht geen zware worden. Bij deze omstandigheden, die wel iets weg hadden van een date, bleek dat niet eens zo eenvoudig. Bij mijn weten gaf ik geen signalen, maar op dat vlak zou er weleens een lacune in mijn zelfkennis kunnen zitten. Misschien was het niet zo erg. Zij wist natuurlijk ook dat er iets tussen cliënt en behandelaar kan groeien. En kon ik het helpen dat ik makkelijk voor mensen val, met name vrouwen, en dan vooral jonge knappe, en al helemaal als ze niet-aflatend mij hun volle aandacht schenken? Zo bezien was er eigenlijk geen ontkomen aan geweest.

Een week later stelde ze voor om nog een keer samen op stap te gaan. Tot mijn opluchting volstond het noemen van de eerste twee moeilijkheden om haar op andere gedachten te brengen. Ik stelde meteen voor om zelfstandig weer spannende situaties op te zoeken. Dan zou ik daar nadien wel verslag van doen. In de overzichtelijkheid van de spreekkamer, dacht ik, met de grote tafel tussen ons in.