Straatbeeld

Het stukje openbare ruimte tussen de twee straten is klein, maar daarom niet minder waard. Vorig jaar is het opnieuw ingericht. Ik fiets er vaak langs, het is vlakbij huis, nog geen vijftig meter van onze achtertuin.

Een deel van de bestrating heeft plaatsgemaakt voor groen. Zo zou het niet meer als oneigenlijke parkeerplek kunnen dienen. Er is echter een stuk vrijgehouden voor de uitrit van twee garageboxen. Tijdens de werkzaamheden voorzag ik al dat juist daar auto’s neergezet gingen worden.

En zo gebeurde. Het was me een doorn in het oog.

Auto’s nemen al zo veel plek in. Ik durf te stellen dat dit land lijdt onder een autocrisis. Zo ervaar ik dat althans. En een crisis die wordt ervaren, weten we intussen, ís een crisis. Sinds afgelopen augustus rijden er meer dan tien miljoen personenwagens rond en het worden er dagelijks meer. Schrikbarend is het. Voor het autoverkeer is steeds meer ruimte nodig. Niet alleen voor wegen, maar ook om al dat blik kwijt te kunnen in de wijk. Op veel locaties wordt het straatbeeld erdoor bepaald, en overheerst.

In dat licht moet je mijn ietwat radicale actie zien. Ik heb een tijdlang consequent melding gemaakt van foutgeparkeerde auto’s, met name naast dat groenperk. Met een daarvoor bestemde app ging dat heel makkelijk.

Iedere keer als er een auto stond, pakte ik mijn telefoon erbij. Meestal stuurde ik een foto mee. Daarna wachtte ik met lichte spanning op de reactie. Mijn nieuwsgierigheid betrof vooral of de handhavers op tijd ter plekke zouden zijn om ‘het voertuig aan te treffen’, zoals het in ambtelijke taal mooi heet. Vaak was dat het geval.

Uit de standaardtekst die ik dan terugkreeg las ik dat er bij de constatering van een overtreding twee mogelijkheden waren. De overtreder kreeg een waarschuwing, waarbij er een notitie in het systeem kwam. Of er werd een bekeuring uitgedeeld. In beide gevallen met oog op voorkomen van herhaling. Het heeft zo goed gewerkt dat auto’s dit stukje stad niet meer ontsieren.

Toch ben ik er nog niet uit of het nou goed of fout van mij was. En is. En wat het zegt over mijn morele kompas. Is dit nou mijn zinvolle bijdrage aan de maatschappij? Ben ik een betrokken burger, of gewoon een verklikker? Dankzij mij heeft de gemeente een paar honderd euro aan parkeerboetes kunnen innen. Was het nodig om die autobezitters op kosten te jagen? En zijn er ook andere situaties denkbaar waarin ik mijn medemens erbij zou lappen? Je begrijpt dat ik niet onverdeeld trots kan zijn op wat ik heb gedaan.

Desondanks mag het resultaat er zijn. Het nieuwe groenperk is rijkelijk voorzien van verschillende soorten planten. Een bedrijf houdt het in opdracht van de gemeente op orde. Regelmatig schoffelt men er het onkruid weg en in droge periodes wordt er gesproeid. Om ook iets positiefs bij te dragen hou ik het vrij van zwerfvuil. Dat maakt het oordeel misschien wat milder als ik straks bij de hemelpoort sta.

Broekspijp

Een hond snuffelde in het gras. Het bijbehorende vrouwtje struinde aan de andere kant van het pad. Het was haast onvermijdelijk dat ik tussen haar en het mormel door liep. Het beest begon daarop te blaffen en zat binnen de kortste keren met zijn grommende snuit bij mijn broekspijp. In een trage reflex stak ik mijn handen in mijn jas, om mijn vingers te beschermen, en om te deëscaleren. Het werd niet stil.

Even daarvoor was ik drie keer een loslopende hond tegengekomen waar loslopen niet mocht. Het gaat van kwaad tot erger daar. Ik overweeg me aan te melden als speciaal buitengewoon opsporingsambtenaar. Dan maak ik mijn wandelingen voortaan met een bonnenboekje op zak. Ik heb mijn roeping gemist. Nu was ik slechts gereed, voor het geval het geringste grommetje mijn kant op kwam, om vriendelijk doch met gitzwarte ondertoon de baasjes aan te spreken. Het bleef steeds bij een groet.

Juist op de plek waar loslopen mocht, kwam die ene op me af. In een poging de angel eruit te halen, bleef ik stilstaan. Ik vroeg de vrouw wat er aan de hand was, of ik verkeerd liep, bijvoorbeeld. Dat was het niet, hij was al de hele ochtend in een rare bui, wilde niet luisteren. Dat hij dit anders nooit deed, bleef net achterwege.

Het paste bij de situatie om zelf ook eens flink te gaan blaffen. Misschien bedankte ze me daarvoor, toen ze het dier uiteindelijk aan de riem kreeg, dat ik dat niet had gedaan.