Kring

Verderop langs het pad meende ik een boom uitbundig in bloei te zien staan. Het was wonderlijk wat de lente deed. Enkele tellen later bleek het een rookpluim. Er was vuur in het bos. Ik fietste ernaartoe om poolshoogte te nemen.

De grond was bedekt met droge bladeren waar vlammetjes zich gestaag een steeds grotere kring in vraten. Een paar mensen bekommerden zich al om de potentiële bosbrand. Twee meisjes met hoofddoek probeerden het vuur te doven door er handjes bladeren op te gooien. Dat verklaarde de rookontwikkeling en hielp uiteraard niet. Een jongeman stond iets verderop met een telefoon in zijn hand. Ik kon niet horen wie of wat hij belde. Twee vrouwen dichter bij het vuur delibereerden hoe om te gaan met de situatie. Het leek ze beter de zanderige ondergrond te gebruiken in plaats van de droge bladeren. De jongeman kwam meehelpen met graven. Het wilde niet erg. Ik stapte van mijn fiets en begon de vlammetjes uit te stampen. Dat bleek afdoende.

Nu was het tijd om de meisjes ter verantwoording te roepen. Gezien de stapels flyers op de grond leek het of ze die kwijt wilden. Naar eigen zeggen waren ze bezig geweest met een project voor school. Een van de vrouwen opperde dat ze in het vervolg beter een vuurkorf konden gebruiken. De twee waren zich hoe dan ook bewust van hun schuld en schaamden zich.

Zo stonden we even met z’n vijven bij de geschroeide plek. Die andere brandhaard waren we totaal vergeten.