Rood

Het was donker op de terugweg. We praatten weinig in de auto. Dat is gewoon niet de plek waar we onze gesprekken voeren. Op de achterbank was het ook stil. Daar zaten de jongens met hun oordopjes in. Melanie zat achter het stuur. De enige bezigheid die mij restte, behalve roerloos op de bijrijdersstoel zitten, was het bestuderen van de achterwerken van andere auto’s op de snelweg.

Even tussendoor. Waar waren al die mensen naar op weg? Waar kwamen ze vandaan? Wat moeten ze hier? Lang geleden, toen het veel rustiger was op ’s lands wegen, deed de politie nog weleens onderzoek. Men verzocht automobilisten een vragenformulier in te vullen. Ik zou wat graag op een willekeurig tijdstip, maar het liefst op een zondagavond, een dergelijke actie uitvoeren. Waar was dit nou voor nodig? Natuurlijk waren we zelf net zo goed onderweg, maar ik wist waar wij het voor deden. Wat dreef al die anderen? Dit helemaal terzijde, hoewel dat lastig is voor een stukje van deze lengte.

Ik staarde naar de rode lampen voor ons, waar ik door bovenstaande terzijde minder over kan vertellen dan gedacht. Ik had iets los kunnen laten over wat dit duidelijk maakte over mij. Of bespiegelen over de maatschappij. Maar ik moest vooral denken aan de eerste uitzending van Wedden dat..?. De allereerste weddenschap werd uitgevoerd door twee Duitsers die aan het geluid van een dichtslaand portier een auto konden herkennen. Ik mijmerde of ik mee had kunnen doen met mijn kennis van remlichten.