Mijn handen trillen te erg om uit de losse pols te kunnen fotograferen. Om bewegingsonscherpte te voorkomen zou een zeer korte sluitertijd nodig zijn. Soms zorgen beperkingen juist voor meer vrijheid, wat mogelijk opgaat voor de maatregel thuis te moeten blijven. Dit trillen echter limiteert mijn mogelijkheden zodanig dat er weinig extra waarde van valt te verwachten.
Ik heb daarom een solide driepoot besteld. Het statief dat ik heb, verkeert in staat van ontbinding: een voetje zit los, het rubberen plateau brokkelt af, een klem is lam. Bovendien kan ik iets nieuws goed gebruiken, niet alleen bij wijze van troost – ja, een goede driepoot kan dat bieden – maar ook als stimulans om een activiteit op te pakken.
Het plan is om binnenshuis op zoek te gaan. Ik weet nog niet precies hoe en naar wat. De zelfontspanner gaat mijn maatje worden, weet ik al wel, zodat mijn beverige tengels de te schieten plaatjes niet verpesten en opdat ook in de schemer van bijvoorbeeld de ochtend iets op beeld te vangen is en vanwege die spannende tien seconden rust. Ik verheug me op het met aandacht vinden van het juiste licht en een goede hoek.
Aangezien we daar nu toch al mee worden overspoeld, kom ik liever los van wat voor narratieve vorm ook. De foto’s hoeven geen verhaal te vertellen. Ik wil wat zich voor mijn neus bevindt, nemen voor wat het is. Niets meer.
Nu ik het zo schrijf, lijkt me dit een prima uitgangspunt om mee te beginnen.