Een paar weken geleden op het strand bij Kijkduin kreeg ik het idee. Het kwam erop neer dat ik Melanie lukraak een plaats noemde waar ik naartoe zou gaan. In mijn eentje. Dat was belangrijk. De vorige keer dat ik iets alleen had ondernomen eindigde met aanhoudende paniek. Mijn zwager pikte me toen op van een wandelroute. ’s Ochtends vertrokken, ’s middags weer thuis. Dat was in het najaar. Sindsdien heb ik niets van dien aard ondernomen. Er zat van meet af aan dus enige spanning op mijn uitstapje naar Doorn.
Ik had geprobeerd, zoals een therapeut me had aangeraden, vooraf zo weinig mogelijk te regelen. Volgens haar was uitgebreid voorbereiden al bezig zijn met angstige gevoelens. Eerder had ik bijvoorbeeld niet alleen gekeken in welke restaurants ik zou eten, maar ook alvast een keuze gemaakt uit de menu’s. Dat is sowieso iets wat ik gewend ben, thuis de menukaart bestuderen. Het komt erop neer dat ik zo weinig mogelijk aan het toeval wil overlaten. Dit is deels toe te schrijven aan mijn karakter. Een ander deel heeft, afgaande op wat die therapeut me zei, te maken met een ingesleten gewoonte gebaseerd op vrees voor het onbekende, het onzekere en het onverwachte.
Het minimale was nu om een accommodatie te boeken, twee nachten in een huisje via airbnb, overigens zonder lang te speuren op de website. Ik heb ook gekeken of er een supermarkt was in het dorp. Inderdaad, macht der gewoonte, maar toch handig om te weten. Deze keer had ik beschikking over potten, pannen en een gasstel en hoefde ik niet uit eten. Ik moest de neiging onderdrukken om precies te bedenken wat ik aan proviand zou inslaan voor die dagen. Verder kon ik het niet laten om te kijken of er een geschikte wandeling in de buurt was. Gaat dat al te ver? Ter plekke bleek er overigens een veel geschiktere te zijn.
Bij het inpakken had ik wel een lijstje nodig, al nam ik nog zo weinig mee. Het verschil was dat ik het niet een week van tevoren printte. Vlak voor vertrek krabbelde ik de benodigdheden op een papiertje. Dat ik mijn bluetoothspeaker daardoor vergat en het zonder muziek moest stellen, was even vervelend, maar niet onoverkomelijk.
Doorn ligt op twintig kilometer van Overvecht. Mijn oorspronkelijke plan was om het makkelijk te houden en er met de bus naartoe te gaan. Het weer bleek zo goed dat fietsen me ineens veel aantrekkelijker leek. Dat was het ook, helemaal toen ik op de terugweg een langere, toeristische route aandurfde.
Melanie vroeg na mijn thuiskomst wat mijn bevindingen waren van de trip. Ik had haar eerder al gezegd dat het geen onderzoek betrof. Het is gewoon af en toe nodig dat ik er alleen op uit ga. Het zou jammer zijn als angst, in wat voor vorm dan ook, dat in de weg staat. In die zin was dit uitstapje geslaagd, alleen al omdat ik ben gegaan (en niet voortijdig terugkeerde). Er spreekt enige hoop uit voor de toekomst.