Het lijkt of ik ineens in een andere wereld ben. Tijdens mijn dag in Doorn had ik het laatste deel gelezen van een boek, Leef meer, denk minder van Pia Callesen, een Deense psycholoog. Ze legt uit wat de metacognitieve therapie behelst, een ‘beproefde, baanbrekende methode om uit een dip te komen’. Dat verhaal laat ik verder voor wat het is, hoewel ik iedereen die in een dip zit kan aanraden er kennis van te nemen. Ik wil het hier hebben over één van haar aanbevelingen: doe wat je van plan was, ongeacht je stemming of eventuele tegenzin. Dit breng ik sinds twee weken in praktijk en er gebeuren wonderlijke dingen, voor mijn doen dan.
Sinds ik ooit stopte met studeren, en misschien tijdens mijn studie al, heeft er een grote mate van vrijblijvendheid rond mijn dagen gehangen. Bij gebrek aan betaald werk was ik gedwongen een eigen leefschema op te bouwen. Dit zorgde voor de hoognodige structuur in periodes van ontwrichting. Toch was het nooit zo dwingend als dagelijks ergens te worden verwacht om arbeid te verrichten. Ik kon en kan daar aardig mee overweg. Ik heb mijn vaste momenten voor taken en bezigheden. Het moet echter wel helemaal uit mezelf komen om me ergens toe te zetten. Daar wringt de schoen.
Bij bijna alles kan ik me vooraf afvragen of ik er echt wel zin in heb op dat moment. Om te beginnen kost het bakken energie om dat na te gaan, het nog een keer mezelf voor te leggen en er daarna op te herkauwen. Aan plannen ontbreekt het doorgaans niet, maar vaak als het eenmaal zover is, loopt het raderwerk vast. Er zijn dan zo veel redenen om ervan af te zien, met name eentje die niet echt een reden is, tegenzin. Die kan vervolgens allerlei vormen aannemen, tot angst aan toe. Het is een beest. Maar nu heb ik het te pakken, echt. Ik trek me nergens meer wat van aan. Laat het dan licht manisch zijn, ik neem het ervan.
Melanie ziet het met lede ogen aan. Die wacht eerst maar eens af hoelang het duurt. Daar heeft ze een beetje gelijk in. Ik laat me er niet door weerhouden. Ik heb de ramen gezeemd. Ik ben bij de buurman op de koffie geweest. Ik mediteer twee keer per dag. Vloeren gedweild, badkamer gepoetst, keuken gedaan. Heb twee keer de buurtborrel bijgewoond. Wandel, in dit geval de gezonde tegenzin negerend, zonder tegensputteren naar de plas. Heb twee ochtenden wandelcoachflyers verspreid. Ik heb gezwommen in het zwembad, baantjes getrokken, waar het de hele winter niet van was gekomen. Schrijf in anderhalf uur op het geplande moment een blog. En rust.
En ik ben begonnen met de sloop van de oude schutting en van plan een nieuwe te plaatsen. Daar is Melanie nog het meest huiverig over, dat ik halverwege die klus er de brui aan geef. We zullen zien.