Pasvorm

(naast lezen kun je dit blog (voor het eerst) ook beluisteren)(kies voor ‘listen in browser’)

Er is al zoveel ellende in de wereld en dan moet de routine van mijn woensdagochtend er ook nog eens aan geloven. Lange tijd ben ik erg in mijn nopjes geweest met die routine, zowat kunst te noemen, vanwege haar steevaste karakter en pasvorm, ze zat als gegoten.

Halverwege de zomer heeft de online supermarkt haar bezorgtijden gewijzigd. Voor die tijd was mijn venster perfect. Aansluitend kon ik mijn vaste rondje maken langs bakker, kaasboer en visboer voor respectievelijk goed brood, goede kaas en uitstekende haring. Bij die winkels hoefde ik weinig meer te zeggen, ze wisten wat ik wilde hebben: ongesneden, boeren belegen, met uitjes.

Toen de bezorgservice de verschuiving naar drie kwartier later aankondigde heb ik nog een poging gedaan dat tegen te houden door een appje te sturen: dat ze dan helaas een klant kwijt waren. Zij wisten waarschijnlijk al dat het zo’n vaart niet zou lopen: dat ik vast een ander bezorgmoment zou vinden. Het is ze gelukt me in de tang te nemen. Ik zit vast aan het gemak. De winkel kan naar believen mijn tijdsgewricht uit de kom rukken.

Tot overmaat van ramp is Cindy een tijdje terug gestopt met het verkopen van brood. Ze kon het niet meer bolwerken. En erger nog: de bakker is gestopt met bakken. Die is in de zeventig en had genoeg van het extreem vroege opstaan. De bakkerswinkel is er nog, alleen verkopen ze er ongeveer hetzelfde als in de supermarkt. Je begrijpt nu wel dat ik met de handen in het haar zit.

Op een minuut of tien van mijn route, vooralsnog mentaal een grote afstand, bevindt zich een andere bakkerswinkel waar zelfgebakken brood over de toonbank gaat. Dat biedt enige hoop. Deze week was ik er. Dat ik er was, betekent in dit geval dat ik er voor de deur heb gestaan zonder mijn fiets op slot te zetten. Het was er druk, een volle winkel. Ik kan er niet meer tegen om met veel mensen in een kleine ruimte te staan, zeker niet met oude mannetjes. Onverrichter zake keerde ik terug en ging langs een supermarkt.

Het zal nog veel voeten in de aarde hebben. Er kunnen maanden voorbijgaan eer een nieuwe, bevredigende routine zich heeft uitgekristalliseerd. Tot die tijd is het, ik kan niet anders zeggen, behelpen en afzien.

Overname

Ik hou van Cindy. Ze zou best al begin veertig kunnen zijn, maar blijft iets hebben van een verlegen meisje. Ze laat weinig los. Sinds ik brood haal bij de bakker in het kleine winkelcentrum, en dat is al meer dan vijftien jaar, werkte ze daar achter de toonbank.

De winkel is een tijdje van een andere eigenaar geweest, niet meer van de bakker zelf van een paar dorpen verderop. Er liepen toen meisjes rond die bijvoorbeeld drie keer vroegen wat ik bliefde en daarna twee keer of dat echt ongesneden moest zijn. Ze begonnen ook een volgende klant te helpen voordat ze me gedag hadden gezegd, als het daar al van kwam.

Toen Cindy onverwacht terug was, verborg ik mijn blijdschap niet. Zij straalde ook. Doordeweeks bestiert ze de zaak nu in haar eentje. Tegen haar hoef ik maar één keer te zeggen wat ik aan brood en dergelijke wens. Van dat ongesneden weet ze intussen wel. Ik kan haar ook bellen voor een bestelling, die ze de volgende dag met liefde klaarlegt. Na het afrekenen bedankt ze me, ik bedank haar en we wensen elkaar een fijne dag.

Vorige week kreeg ze van een installateur instructies over een nieuwe betaalautomaat. Die zou daar vast van hogerhand zijn geplaatst, dacht ik. Bij toeval zag ik later een afschrijving. Die was gedaan onder de naam Cindy’s Brood. Ze heeft het winkeltje blijkbaar overgenomen. Meteen hield ik nog meer van haar. En ik begreep die extra toewijding van de laatste weken.