Opgeruimd

Tijdens de eerste coronagolf circuleerde op Whatsapp een tekst van ene Susan Blanco: Maar de lente wist het niet. Hij was me in korte tijd drie keer toegestuurd. Er werd een beeld geschetst van wat er zoal speelde rond de crisis, veelal met een optimistische blik en een positieve insteek. Het was een te lang stuk voor dat medium en propvol vette sentimenten. Desondanks betrapte ik me soms op kippenvel van enthousiasme. Het bevatte echter ook een idee dat me tegen de borst stuitte. Susan schreef over ‘een dag van bevrijding, waarop de premier iedereen vertelde dat de noodsituatie voorbij was, dat het virus had verloren’.

Larie.

Die bevrijding lag niet ergens in de toekomst, vond ik, en ligt daar nog steeds niet. Die bevrijding vindt vandaag plaats. En hoe gek het ook klinkt, het virus helpt erbij. Het was, ondanks de onmiskenbare lichtpuntjes, natuurlijk allemaal heel erg, heel erg allemaal. En is dat. Maar zet de tv even uit en laat de krant en internet voor wat ze zijn en ervaar wat er binnen direct bereik van je zintuigen ligt. Misschien lag het aan mij, hoewel ik meende niet de enige te zijn: ik had juist toen momenten dat ik intens kon genieten van iets simpels. Ondanks de verwarring was mijn leven ineens opgeruimder. Het was op slag helderder wat me te doen stond, gewoon als het om dagelijkse dingen ging. Dát ervoer ik als een bevrijding.

Zeven maanden verder blijkt die houding, hoewel wat afgezwakt, lang mee te kunnen.