Button

Ik denk erover buttons te laten maken. Vijftig stuks lijkt me een mooi aantal, eentje om zelf te dragen, de rest om weg te geven. Ik heb al een paar mensen op het oog die interesse zouden kunnen hebben. Het is wel de bedoeling dat ze ergens opgespeld worden en niet in een fruitschaal of keukenla belanden. Zulke voorwerpen vallen toch al onder de categorie ‘van die prullen waar de wereld aan ten onder gaat’. Dat neem ik in mijn overweging mee; het doel weegt in dit geval zwaarder dan de schade die het middel veroorzaakt, denk ik.

De opdruk wordt een eenvoudig ontwerp met alleen tekst, bestaande uit vier woorden. In zwart is prima. Voor de achtergrond had ik blauw in gedachten, als de hemel op een stralende dag. Het luistert niet zo nauw. Het gaat erom dat de strekking van die woorden duidelijk is. Ik twijfel tussen Nederlands en Engels, qua aantal komt dat overeen. Ook ben ik er nog niet helemaal uit wat de afmetingen van de buttons zouden moeten zijn. Ze mogen niet al te nadrukkelijk aanwezig zijn, een beetje subtiel. Het is al de vraag waarom ik hier zo nodig mee naar buiten moet, waarom ik niet gewoon in stilte doe wat ik doe. Er moet blijkbaar een uithangbordje bij.

De aanleiding voor deze actie ontkiemde een half leven geleden. Ik las toen een boek over een vrouw die meerdere keren te voet de VS had doorkruist. Ze liet daartoe al haar bezittingen achter, liep tot ze onderdak kreeg en vastte tot haar eten werd aangeboden. Ze overleed tragisch in 1981 bij een auto-ongeluk, toen ze naar een plek voor een lezing werd gereden. Voorafgaand aan mijn tocht naar Santiago de Compostela had een vriend me haar boek gegeven. Dat ben ik kwijt, helaas, want voorin had hij iets geschreven. Het leek op: ‘dat iets hiervan in je hart mag resoneren’.

Ik wandel de laatste tijd weer meer dan voorheen. Onlangs, tijdens een van mijn rondjes door het Noorderpark, herinnerde het zwaaien van mijn armen aan het zwaaien van de armen van die vrouw. Dat is des te opmerkelijker omdat ik nooit bewegend beeld van haar heb gezien. Sinds die echo is ze vaker bij me. Het wandelen doet me sowieso al goed. Het brengt me onverwacht veel evenwicht. Heel voorzichtig, juist dat evenwicht in de gaten houdend, kan ik het zelfs oprekken tot iets groters, iets dat reikt van mijn binnenste tot de verste uithoeken van het universum, iets wat er altijd is, hoe vertroebeld ook door hoe het er in de wereld aan toegaat.

Peace Pilgrim, zoals die vrouw zich noemde, zou daar mogelijk mee hebben ingestemd. Ze is al die tijd sluimerend aanwezig, en soms meer manifest. Ik doe haar in heel veel niet na; dat zou niet goed zijn voor mijn gezondheid, en niet voor mijn relatie. Maar zo is het me aan komen waaien. Ik doe het er maar mee, ik doe maar mee. Ik loop zomaar, en voor het plezier en de nodige beweging en, en dat past mooi op die button, ik loop voor vrede.

Blaren

Mijn tocht naar Santiago zie ik graag als een routekaart. Zonder veel moeite zijn elementen van die reis te relateren aan mijn levenswandel. Ik hou daarbij de chronologische volgorde aan, wel als een harmonica soms ingedrukt en in andere periodes uitgerekt. Het vertrek uit Utrecht, een pauze in Zuid-Frankrijk en het slot op de kaap van Finisterre, einde van de aarde, in een restaurantje aldaar.

Vorige week werd ik 48. De avond ervoor was ik in bijzijn van Melanie in huilen uitgebarsten, iets wat me verder nauwelijks overkomt. Het kwam uit het niets. Terwijl ik tussen het schonken door opheldering probeerde te geven, werd er veel duidelijk. Als het al ergens uit voortkwam, was dat eerder geluk dan verdriet.

Ik stapte onder de douche om bij te komen en realiseerde me op dat moment waar ik was op de kaart. Het grootste deel van de tijd had ik last van blaren gehad; slechte schoenen, weinig oefening vooraf. Elk plekje van mijn voeten was aan de beurt geweest. Ze hadden opengelegen, er waren pijnlijke eeltlagen ontstaan. Totdat ze halverwege Spanje ineens brandschoon waren en ik soepel liep.

Het is riskant iets, overdrachtelijk gezien, zo absoluut vast te stellen. De tijd zal uitwijzen of deze intuïtieve overtuiging standhoudt. Toch verwacht ik nog het enorme wierookvat door de kathedraal te zien slingeren, en uiteindelijk in dat restaurantje te worstelen met een sausfles, waar de dop niet af wil. Ik knijp zo hard dat die losschiet en mijn bord, shirt en broek onder zitten.

(foto: Museum Catharijneconvent)