Deurklink

Ik grijp een keer terug op een ouder blog. In september 2017 verscheen Slotveer, over het repareren van een deurklink en klussen in huis in het algemeen, of beter, mijn algemene onwil daartoe. Om voor mij onbekende redenen wordt dit verhaal veel aangeklikt, vanaf het begin al en zeker sinds de helft van 2020. Ik hou de statistieken niet nauwkeurig bij, een beetje, en zou heel graag weten wat er achter al die aandacht zit. Gaat het ergens rond op internet? Heeft een grotere site een link geplaatst? Als iemand het weet, vertel het me.

Het komt nu bij me boven omdat ik diezelfde deurklink weer heb moeten repareren, opnieuw afstellen eigenlijk. Daarvoor moest het loopslot eruit, dan telt het voor mij als klus. Die heb ik gedaan, zeer vlot voor mijn doen, en nu hoef ik voorlopig niets meer in huis aan te pakken.

’s Avonds tijdens de afwas heb ik Melanie erover verteld, zodat zij ook weet dat ik voorlopig in huis niets hoef aan te pakken. ‘Hoera, ik ben niet getrouwd met een klusser’, zou ze dagelijks uit moeten roepen. En het is waar, ik ben helemaal geen man om in een eigen huis te wonen, een huurhuis zou voor mij veel beter zijn. Onderhoud en verbouwen of kleinere projecten zijn niet aan mij besteed. Daarnaast verdien ik niet zoveel dat ik het allemaal zorgeloos aan betaalde krachten kan uitbesteden.

Gelukkig dat Melanie nog wat doet, bijvoorbeeld de kozijnen schilderen, volgens een meerjarenplan. Zij heeft daar schik in, zoals het zo mooi heet. Een buurman merkte vanuit zijn tuin weleens op, terwijl zij op de ladder stond, dat het geen vrouwenwerk was. Daar was ik het niet mee eens, en dat ben ik nog steeds niet, uiteraard.

Het tuinonderhoud hebben we ook goed verdeeld. Zij doet de rest en ik het snoeien van de haagbeuk en het maaien van het gazon.

Dan heb ik nog de taak om de picknickbank in vorm te houden. Twee keer per jaar smeer ik er een dikke laag tuinhoutolie op. Dat is er het afgelopen najaar bij ingeschoten. Het ding begint groen uit te slaan en het ziet er meteen naar uit dat het een verloren zaak is. Dat ik genoeg heb van de kolos zou een rol kunnen spelen. Zij weet dat. Ze vecht er niet echt tegen.

Sowieso heeft ze de strijd, voor zover die ooit bestond, tegen mijn onwillige houding al lang geleden opgegeven. Hooguit geeft ze af en toe een subtiele hint als in haar ogen iets echt moet gebeuren, en anders doet ze het zelf wel.

Maar die deurklink heb ik mooi gemaakt, geheel uit eigen beweging, vooral omdat ik voorzag dat we anders een keer de deur niet meer open zouden krijgen en we buitenom moesten om van de hal in de woonkamer te komen en vice versa. Angst was in dit geval een goede raadgever. Nu het opgelost is, kan ik met goede reden weer een tijd tevreden achteroverleunen.