Met de verkiezingen op komst was ik begonnen me te interesseren voor politiek. Het doel daarbij was vooral om kort voor de dag niet afhankelijk te zijn van Stemwijzer of Kieskompas. Mijn aanpak zou grondig zijn.
Eerst maakte ik een schifting op basis van onmogelijkheden en eerdere voorkeuren. Dat leverde een rijtje op van vier partijen. Ik plaatste hun websites bij mijn favorieten. Zo kon ik makkelijk de standpunten en programma’s vergelijken. Overzichtelijk zat.
Er bleek al gauw meer kennis nodig te zijn om gedegen afwegingen te kunnen maken. Ik dook in sociaal-economische vraagstukken, populisme in Europa en een hele reeks andere verontrustende zaken. Naast websites, online beschikbare documentaires en de krant was er De Groene, waar ik een proefabonnement op had genomen, niet geheel toevallig.
Er kwam een overdaad aan problematieken tevoorschijn, meest van enorme complexiteit. En nergens kon ik iets aan doen, ongeacht hoeveel inzicht ik erin verwierf.
Niet alleen die onmacht speelde me parten, maar ook de honger naar meer informatie nu eenmaal een tip van de sluier was opgelicht. Bovendien groeide het plichtsgevoel om me zo goed mogelijk te informeren. Alleen kon ik dat nauwelijks met mate. Als ik ermee bezig ging was het volledig, geen middenweg. Het verdreef mijn rust. En die stelt me juist in staat nog iets te betekenen in deze wereld.
Daarom heb ik de zoektocht maar gestaakt, leek me beter. Van die vier partijen zijn er wel inmiddels twee overgebleven. De laatste keus moet dan maar een mild beredeneerde gok worden.