Gedrag

Eerder deze week sloeg ik met vlakke hand een vlieg dood op het keukenraam. Het dier was vanwege de tijd van het jaar nog traag geweest en daardoor een makkelijk doelwit. Vooraf had ik er niet veel over nagedacht. De beweging was bijna een reflex. Meteen daarop was ik even tevreden over de geslaagde actie, over de macht die ik had. Het kadaver bleef aan het glas plakken.

Daarna dacht ik aan de partij die volgende maand op mijn stem kan rekenen, de Partij voor de Dieren. Ja, ik zie de discrepantie. Vanuit hun gedachtegoed zou ik geen vlieg kwaad moeten doen. Dat vind ik zelf eigenlijk ook. Maar mijn gedrag blijft hardnekkig achterlopen bij mijn overtuiging.

Ik vind bijvoorbeeld ook dat vlees eten niet meer kan. Bij aanschaf in de winkel ben ik echter het leed vergeten, en wat de beesten allemaal voor mijn portie moeten eten, wat de koeien en varkens aan vervuiling schijten, hoeveel water er bij de productie komt kijken, plus de druk op landschap en omgeving. Duidelijk.

Met gemak zet ik alles keer op keer opzij voor mijn eigen welbehagen. Soms zie ik mezelf om die reden als zwak. Soms denk ik het zo nooit te redden, iets van buitenaf nodig te hebben.

Er zijn meer redenen voor mijn stemgedrag. Maar vooral zit ik te springen om politici die er zorg voor dragen dat de veestapel de komende jaren wordt gedecimeerd, dierlijk voedsel niet meer te betalen is en het goede doen een stuk makkelijker.

Keuze

Met de verkiezingen op komst was ik begonnen me te interesseren voor politiek. Het doel daarbij was vooral om kort voor de dag niet afhankelijk te zijn van Stemwijzer of Kieskompas. Mijn aanpak zou grondig zijn.

Eerst maakte ik een schifting op basis van onmogelijkheden en eerdere voorkeuren. Dat leverde een rijtje op van vier partijen. Ik plaatste hun websites bij mijn favorieten. Zo kon ik makkelijk de standpunten en programma’s vergelijken. Overzichtelijk zat.

Er bleek al gauw meer kennis nodig te zijn om gedegen afwegingen te kunnen maken. Ik dook in sociaal-economische vraagstukken, populisme in Europa en een hele reeks andere verontrustende zaken. Naast websites, online beschikbare documentaires en de krant was er De Groene, waar ik een proefabonnement op had genomen, niet geheel toevallig.

Er kwam een overdaad aan problematieken tevoorschijn, meest van enorme complexiteit. En nergens kon ik iets aan doen, ongeacht hoeveel inzicht ik erin verwierf.

Niet alleen die onmacht speelde me parten, maar ook de honger naar meer informatie nu eenmaal een tip van de sluier was opgelicht. Bovendien groeide het plichtsgevoel om me zo goed mogelijk te informeren. Alleen kon ik dat nauwelijks met mate. Als ik ermee bezig ging was het volledig, geen middenweg. Het verdreef mijn rust. En die stelt me juist in staat nog iets te betekenen in deze wereld.

Daarom heb ik de zoektocht maar gestaakt, leek me beter. Van die vier partijen zijn er wel inmiddels twee overgebleven. De laatste keus moet dan maar een mild beredeneerde gok worden.