Middelpunt

 

Aan het begin van de documentaire Alicia, onlangs uitgezonden door de publieke omroep, zegt een begeleidster van een kindertehuis tegen het daar geplaatste negenjarige kind dat ze een speciaal meisje is. Alicia reageert door te stellen dat ze een gewoon meisje is. De begeleidster herhaalt daarop dat ze toch echt speciaal is. Het meisje ontkent weer. Zo gaat het een keer of vijf tot Alicia zich er maar bij neerlegt.

We leren onze kinderen in deze tijd dat ze zo bijzonder zijn en uitzonderlijk. De kleintjes staan steeds meer in het middelpunt. Daarbij zien we over het hoofd dat ze er later mee overweg moeten kunnen om deel te zijn van iets dat veel groter is dan zijzelf. Onze signalen bewerkstelligen het tegenovergestelde. We zouden op de schaal van heel speciaal tot onbeduidend best een tikje op kunnen schuiven naar het laatste.

Daarbij ontzie ik mezelf niet.

Het was mijn idee om onze eerste zoon Naaf te noemen. Behalve voor de aangename klank, kozen we voor het beeld van het centrum, de plek waar de spaken samenkomen. Meer in het middelpunt plaatsen kon bijna niet. Dat is dertien jaar geleden. Deze week was hij jarig. Inmiddels blijkt hij al een tijd een jongen die liever wat in de periferie verkeert. Hij hoeft niet zo nodig op te vallen. Wat dat betreft had hij beter Jan kunnen heten.

Ondanks dat hij genoeg talent en capaciteiten heeft om uit te blinken, hoeft ook dat voor hem niet zo nodig. Op de basisschool was dat nog best lastig. Daar stak hij op veel fronten boven de rest uit. De status van slimste van de klas beviel hem niet. Op die aandacht zat hij niet te wachten. En hij kon er niets tegen doen. Ertegenin gaan door expres lagere resultaten te behalen had hij niet in de vingers. Er zat niets anders op dan het zich laten aanleunen en de bewondering van zijn klasgenoten te incasseren.

Voor ons als ouders, misschien meer dan voor hemzelf, was het spannend hoe het de eerste maanden in de brugklas zou gaan. Tot onze opluchting blijkt nieuwe vrienden maken geen probleem. We zien ze weliswaar nooit hier. We horen soms hun namen en zien hun avatars over het beeldscherm flitsen. In real life afspreken is er niet bij. Ze ontmoeten elkaar op school of bij de voetbal. De rest gaat online. Ze vormen teams en strijden tegen andere teams. Daar komt veel coördinatie en communicatie bij kijken. Prima.

Voor bijna alle vakken moet hij nu hard werken voor redelijke cijfers. Dat is zacht gezegd geen onverdeeld genoegen, het valt vaak tegen. Ik denk toch dat hij zich in de middenmoot beter op zijn gemak voelt. Daar kan hij zich onopvallend in nestelen. Hij zoekt een bankje achterin de klas en ziet het wel.

Bij Naaf hoef je er niet mee aan te komen dat hij heel speciaal is. Zoals Alicia liever een gewoon meisje is, is Naaf liever een gewone jongen. Dat hij heel bijzonder is, hou ik dus meestal maar voor me.