Borrel

 

De storm had me te pakken. Bij de krachtigste vlagen zat ik bevend naar de steeds verder hellende schutting te kijken. Hoe erg zou het zijn, als die omging? We hebben het niet over een ramp. In het ergste geval moest een nieuwe schutting worden geplaatst. Veel gedoe, maar overkomelijk. Die relativering nam het trillen niet weg.

Het leek erop dat er iets nog anders speelde. Misschien was het de storm zelf die mijn onrust veroorzaakte. Ik zat relatief veilig in huis, niet op een kotter op zee, niet in een bos met kreupele bomen. De bomen voor de deur zouden bij eventuele overgave in een andere richting vallen, evenwijdig aan de straat. Toch bleef ik beven.

In de tijd dat ik te maken had met manieën en psychoses, ging ik altijd naarstig op zoek naar het beginpunt van een episode, in de hoop zo een oorzaak te vinden. Het leverde hoofdbrekens op. Hoe graag ik ook een moment of gebeurtenis vast wilde pinnen als start van de hoge vlucht, het bleek steeds weer om een continuüm te gaan. Ik kon niet ontdekken waar ik de fout in was gegaan en of een andere keuze op een bepaald punt een andere loop had bewerkstelligd. Achteraf gezien was er niets om mezelf kwalijk te nemen. Het betrof altijd een ongelukkig samenspel.

Als ik nu een moment moest kiezen, in het geval ik uit de bocht was gevlogen, zou die storm van inmiddels twee weken terug wel een goede gegadigde zijn geweest. Veel ingrediënten waren aanwezig.

De schutting ging uiteindelijk, maar bleef nog hangen tegen de perenboom. De deur van de poort begaf het ook. Er moesten reparaties worden verricht, dingen waar ik me niet toe in staat achtte. Hulp was al aangeboden door een buurman. Hij zekerde de schutting opnieuw aan de muur. Een dag later kon ik zelf iets doen in samenspraak met een buurvrouw. Het leverde allemaal wel stress op. Vanzelfsprekendheid in contact is nog ver te zoeken.

Een andere buurman bleek donderdag, een week na de storm, bereid de deur van de poort te repareren. Ik bood hem thee aan en we spraken uitgebreid, net zomin vanzelfsprekend.

Op vrijdag kwam de eerstgenoemde buurman palen plaatsen om de schutting verder te stutten. In zijn kielzog volgde buurman drie om te helpen. Ik zaagde de palen op maat. Dat kon ik nog. Buurman vier kwam commentaar leveren en zei dat de schroeven dieper moesten. Uiteindelijk stond de schutting een stuk steviger dan voor de storm. Buurman vijf had kippenvleugels om op een vuurtje te roosteren. Ik wist dat er bier was, maar nam toch nog wat mee. Het gebeurde nauwelijks eerder dat ik bij de buurtborrel aanschoof. Opmerkelijk genoeg beviel die nu best.

Gaat het niet te makkelijk? De storm was ontegenzeggelijk het beginpunt. Het vervolg was tot op heden een gunstig samenspel. Als dat maar goed gaat.