Het was nodig de werkkamer eens goed op orde te brengen. Melanie bereidt er haar lessen voor en werkt thuis indien nodig voor haar andere werkgever. Ik doe er mijn schrijfwerk en online coaching als de woonkamer bevolkt is. Die heeft met de toenemende kans op rondhangende pubers intussen afgedaan als geschikte werkruimte. Incidenteel kan ik er nog zitten, maar je weet nooit wanneer er lesuren uitvallen op de middelbare.
Onze opdracht was een zo leeg mogelijke plek te creëren. De tv moest in ieder geval weg. We zijn inmiddels twee televisieschermen verder. Sinds de laatste verhuizing stond het apparaat ongebruikt in een kast. Hij kon er alleen uit door die kast te demonteren, een goede verklaring waarom het toestel het daar zo lang had uitgehouden.
Zonder plan van aanpak trokken we eerst maar eens de boeken van de planken. Dat was een goed begin en zette de boel in beweging. Een grote stoel verhuisde een verdieping hoger naar een kinderkamer. Papier in mappen kreeg een andere plek of verdween. Een andere grote stoel ging voor twee tientjes de deur uit. Bij die deal probeerde ik vergeefs het tv’tje mee te geven.
Een oude lcd-monitor stond ook in de weg en zonder uitzicht op hernieuwd gebruik had ik besloten om de typemachine de deur uit te doen. We laadden ze samen met de tv op de achterbank van een geleend autootje.
De kringloop wilde de monitor en de typemachine nog wel hebben, maar zo’n beeldbuis verkochten ze echt niet meer. Een poging op Marktplaats leek me gedoemd tot mislukken, dus reden we nog een keer naar het afvalscheidingsstation.
Eerder in de week waren we daar al geweest, een plek waar je eigenlijk af en toe een uurtje moet staan kijken. Je kunt het plezier aan de mensen aflezen. Het scheiden van afval is een levend gezelschapsspel. De achterkleppen van de auto’s gaan open en met de tong tussen de tanden wordt naar de container gezocht passend bij het afgedankte attribuut in handen. De medewerkers zijn zowel coaches als scheidsrechters. Spullen achterlaten mag, meenemen is strikt verboden.
Wij hadden die keer onder andere verfresten, te vroeg gestorven elektronica en gebarsten bloempotten. Die laatsten kletsten lekker aan stukken in de bak met puin. Ik stapelde de kleine elektronica keurig bij wat er al stond in de zeecontainer met wit- en bruingoed. Van een vriendin hadden we naast wat verf nog een magnetron mee. Weer bij de container gaf een medewerker aan dat ik het apparaat een gooi mocht geven, zo ver mogelijk naar achteren. Dat hoefde hij niet nog eens te zeggen.
Het ritje later met alleen de tv was te beschouwen als de afsluiting van ons project. Deze keer wisten we de weg naar de zeecontainer meteen te vinden. Voordat ik het toestel een gooi gaf had ik echter moeten bedenken dat de beeldbuis kon imploderen met uiteindelijk het effect van een explosie. Hij vloog al. Het bleef bij een plof.