Ik loop al maanden met het idee om een uurtje op een bepaald kruispunt te posten. Dat kan alleen op een zaterdagmiddag, op andere dagen is het niet druk genoeg om er iets aan te beleven. Begrijp goed dat ik het slechts zou doen om iets te schrijven te hebben, niet voor de sensatie. Ik wilde er à la Martin Bril weleens op uit, maar dan dichtbij blijven. Hoe dichterbij, hoe beter.
Een T-kruising nabij winkelcentrum Overvecht had ik op het oog. Toen een van mijn kinderen in de Action op zoek was naar een cadeau voor een vriendje, heb ik er eens een kwartier staan kijken. Het verkeer bleek een attractief schouwspel van onnodig voorrang geven, onrechtmatig voorrang nemen, net geen aanrijdingen en fietsers en voetgangers die zich ertussendoor wurmden. Er kan een schaal worden gemaakt met aan de ene kant de overdreven voorzichtige en aan de andere kant de extreem brutale. Ik dacht er op mijn gemak eens een nadere studie van te maken. En erover te berichten.
Het komt er niet van. Deze keer hield een regenfront me tegen dat de hele middag nodig had om voorbij te trekken. Het is nog niet zo makkelijk iets te ondernemen. Eerst een middagdutje doen leek me sowieso beter. Daarna zou ik verder zien.
Op weg naar de slaapkamer kwam ik een foto tegen met een gedicht. Het lijstje is boven water gekomen bij het opruimen van de werkkamer en staat tijdelijk, nog onbekend voor hoe lang, op de verwarming van de overloop. Ik bleef een moment staan en las het weer.
Het gedicht zal een jaar of tien oud zijn. Er hoeft niet veel dieps achter te worden gezocht. Het is het soort dat ik graag aan de lopende band had geschreven.
Ik ben nu niet bezig met dichten. Het kriebelt wel even als ik dit zie. Welke waarheden liggen er nog meer te wachten om in woorden gevat te worden of omheen te draaien?
Deze woorden zijn afgedrukt op een foto van de Catharijnesingel. We kijken recht tegen een rij huizen aan. Het standpunt van de fotograaf, die ik ben in dit geval, is aan de overzijde van een brug. Links loopt een blonde vrouw met een tas aan haar schouder langs de reling. Dat ze handschoenen draagt, zegt iets over het jaargetijde. Ik weet niet meer wanneer de foto gemaakt is, kan hem ook niet terugvinden op de harde schijf. Er rijden twee auto’s langs, ieder in een andere richting. Twee fietsers, net als de blonde vrouw op de rug gezien, wachten tot het nadrukkelijk aanwezige rode stoplicht op groen springt.
Als ik dan toch thuisblijf, kan dat gedicht wel wat aandacht krijgen. Ik ben er nog steeds tevreden over en wil het meer mensen laten lezen dan alleen degenen die langs de verwarming lopen op de overloop. De titel heb ik veranderd. Die was oorspronkelijk Nu.
Moment
Nu is oneindig kort. Nu duurt
een leven. Nu is tevreden
met voorbijgaan.
Er is geen moment
dat nu niet kent.
Nu is er altijd
en blijft even. Er lang
bij stilstaan
en nu is verdwenen.