Zuurstof

 

Bij de internist had ik gestaag oplopende getallen gezien. Het ging om mijn nierfunctie, die vanwege decennialang lithiumgebruik onder druk staat. Ze schatte de normale waarde voor een man van mijn postuur op zestig en het scherm gaf honderdveertig aan, ruim twee keer zoveel. Dat was geen reden voor mij om meteen door te vragen, ook omdat er kennelijk bij haar geen luide alarmbellen rinkelden. Bovendien was ik daar om te praten over mijn te hoge bloeddruk, die al een luikje opende naar de eindigheid van mijn bestaan.

In de dagen erna werd de kwestie rond wat die honderdveertig precies betekende prangender. Internet leidde al snel via ervaringsverhalen van andere lithiumgebruikers naar nierdialyse en de beperkende effecten daarvan. Over exacte getallen vond ik niets. Ik wist genoeg om naar een doemscenario gezogen te worden. Even hoefde het allemaal niet meer voor mij.

Dat was een goed moment om een afspraak te maken bij de huisarts. ‘Oplettendheid is geboden,’ zei ze ‘maar het is nog maar een beginnetje van schade.’ De waarde blijkt op te kunnen lopen tot zeshonderd of zelfs achthonderd voordat dialyse ter sprake komt. En zo hard gaat het nu ook weer niet. Haar woorden namen mijn ongerustheid weg.

Er was wel een vraag achtergebleven, die vaker voorkomt na ingrijpende levensgebeurtenissen. Mee eens, zo ingrijpend was dit niet, toch genoeg om stil te staan bij wat er werkelijk toe doet. Dat kreeg ik mooi cadeau.

Er begon iets te broeien en er groeide een idee. Ik weet niet precies waar het vandaan kwam. Eerst waren er vage contouren. Ik zag flarden van krantenberichten, een promo van een tv-programma, een fragment van een film, hoorde iemand iets zeggen. Het was niet te doorgronden hoe het zich precies manifesteerde, hoe dingen samenvloeiden en uitkwamen op een licht veranderde levenshouding, die er altijd al leek te zijn geweest, alsof het vanbinnen een tijdlang lag te wachten en nu begon te resoneren met de buitenwereld. Het was me echter nog onduidelijk wat de handen en voeten waren van het idee.

Mijn jongste zoon bracht voor een belangrijk deel verheldering. Hij zit sinds anderhalve maand in de brugklas. Maandag kwam hij uit school en vertelde opgetogen dat hij iets leuks had gehoord bij geschiedenis. Mijn hoofd stond niet direct naar zijn verhaal. Op een rustiger moment vroeg ik wat de leraar had verteld.

Het ging om basisbehoeften. Aan de hand daarvan, hoe de mens daarvoor zorgde en zorgt in verschillende tijden en op verschillende plaatsen, is een cultuur te karakteriseren.

Het is simpel. Een mens heeft zuurstof nodig, eten en drinken en rust en slaap. Dat zijn de voornaamste drie. Daarnaast zijn veiligheid en gezelschap van belang om het leefbaar te houden. Het is een manier van kijken die bevrijdt. Ademen, eten en drinken, geregeld mensen zien, ’s avonds de deur op slot en voldoende slapen. Verder hoeft er niet zo veel.