Makkelijk

Ik had mijn boodschappen afgerekend en stond ze in te pakken. Melk en sinaasappelsap onderin, verse spinazie en eieren bovenop. De volgende klant bij de kassa was een man van mijn leeftijd, naar ik schat, afgaand op zijn stem. Ik heb niet de gelegenheid gehad hem goed te bekijken. Daar was wel reden toe, want dit was een bijzondere man.

Een deur voor een ander openhouden stelt voor hem niets voor, hij denkt er niet bij na, hij merkt waarschijnlijk niet eens dat hij het doet. Hij haalt tijdens de pauze koffie voor de hele afdeling. Hij is op straat alert op oude dametjes om naar de overkant te begeleiden. Als er een pakketje voor de buren bij hem is bezorgd, houdt hij in de gaten wanneer ze weer thuis zijn en brengt het even langs. Hij geeft een pen aan, nog voordat je in de gaten hebt er een nodig te hebben. Als het even kan is hij er voor een ander.

Daar is iets voor te zeggen. We benne op de wereld om mekaar te hellepe, niewaar.

Als kind leer je dat bepaalde dingen beleefd zijn om te doen, zoals die deur openhouden of iemand voor laten gaan. Als puber kun je lak hebben aan deze regels. Maar later, als de rook een beetje opgetrokken is, kom je erachter dat het meer is dan alleen beleefdheid. Je merkt dat je het leven van een ander op veel manieren een beetje aangenamer kunt maken en dat dat goed is om te doen, dat je er zelf bovendien baat bij kunt hebben. Door mensen te helpen help je jezelf en in de optiek van sommigen zelfs het universum. Of je komt gunstig voor de dag bij het verdelen van de plekjes in een hemel.

Veel kleine dingen tellen daarbij zwaarder dan een paar grote gebaren.

Zo komt het dat ik bijvoorbeeld de caissière vriendelijk groet, maar weer niet te joviaal, want dan denkt ze dat ik iets van haar wil, wat in bijna alle gevallen niet zo is, een enkele keer wel, dan groet ik wat neutraler, en ik zeg zo aardig mogelijk vaarwel, liefst met een positieve wens over het verdere verloop van de dag, of ik zeg, ter verlichting van het leven achter de kassa, nog iets anders, wat doorgaans niet wordt begrepen, dus laat ik het vaker achterwege, de intentie is goed.

Maar die man na mij tilde het de ander aangenaam maken naar een hoger niveau. Hij zei tegen de caissière: ‘Alle barcodes liggen in de juiste richting.’ Hij had de verpakkingen zo op de band gelegd dat het meisje ze niet hoefde te draaien en niet naar de streepjes hoefde te zoeken. Wat een baas.

Wat mij betreft kostte het hem wel punten dat hij er zelf ruchtbaarheid aan gaf. Had hij niet hoeven doen. Aan de andere kant wist ik er dan niet van en zou alleen de caissière na een paar pakken zuivel hebben gemerkt dat deze man het de mensen wel heel makkelijk maakt.