Ik had ’s ochtends in de krant een interview gelezen met de maakster van Nu verandert er langzaam iets. De documentaire gaat over coaching in Nederland en geeft een beeld van het huidige landschap op dat vlak. Mede omdat ik zelf als vrijwilliger coach en dat misschien wil uitbreiden en bezig ben ideeën daarover te vormen, was mijn interesse gewekt. Ik wist dat het er niet van zou komen als ik niet meteen zou gaan.
Ik stelde me een grote zaal voor met hier en daar een plukje bezoeker. Dat maakt naar de film gaan op een doordeweekse middag al aantrekkelijk, los nog van wat er draait.
Bij de kassa spatte mijn droom uiteen. De voorstelling zou in de kleinste zaal plaatsvinden, en of ik daar al eens was geweest? Nee. Hoe erg kon het zijn? Drie rijen stoelen. Volgens de kassamedewerker gaven de meeste mensen de voorkeur aan rij drie, maar die was vol. Er was nog plek op rijen twee en één. Twee dan maar, dat is het dichtst bij drie.
Ik wilde het pas geloven, toen ik het zag. Een jongeman scheurde mijn kaartje en wenste me plezier. Ik trad binnen. Er stonden inderdaad drie rijen en maar een stoel of dertig. Ondanks dit formaat had de ruimte alles van een bioscoopzaal.
Ik nam plaats op stoel vijf in het midden van de rij en legde mijn jas en toebehoren rechts van me. Kort daarop meldde een vrouw recht te hebben op die plaats. Ik pakte mijn spullen en klapte de stoel links van me iets open en drapeerde jas en sjaal erover, met mijn pet erbovenop. Niet lang daarna kwam een andere vrouw aan die dáár wilde zitten. Laat de film vlot beginnen, dat maakt het lichter.
We zagen in een stal mensen in het stro tegen varkens aan liggen. Het was het eerste voorbeeld van hoe men zich laat coachen.
‘Weggegooid geld!’ Het kwam van rij drie. De man gnuifde erbij. Hij was me bij binnenkomst opgevallen. Ongeschoren, vettige grijze haren, zweterig, zwaar ademend.
Ik vroeg me af of het de hele film zo door zou gaan en moest denken aan de begintijden van de cinema. Het publiek kon nog geen onderscheid maken tussen de realiteit en wat zich op het scherm afspeelde. In de veronderstelling invloed te hebben op het verhaal, werd er heftig gereageerd richting de acteurs op het witte doek.
Deze man werd al snel de mond gesnoerd door de meer cultureel onderlegde aanwezigen. Hij hield zich daarna een tijd in tot er in de documentaire sprake was van ‘in je kracht komen staan’ en hij een eruptie niet kon voorkomen: ‘Wat een eigentijdsheid, in je kracht staan, belachelijk!’ Een snauw van een dame in zijn rij was zijn deel: ‘Commentaar leveren doe je maar thuis voor de tv.’
De varkens kwamen later nog een keer langs. De vrouw links van me moest daarbij erg hard lachen, helemaal toen een van de dieren een scheet liet. Daar werd niets van gezegd.