Mijn broer is jonger dan ik. Logischerwijs wordt het relatieve leeftijdsverschil ieder jaar kleiner. Bij zijn geboorte was ik ongeveer zes en een half jaar, wat je honderd procent zou kunnen noemen. Dit jaar is hij veertig geworden en is het relatieve verschil teruggelopen tot veertien procent. We groeien naar elkaar toe. Dat onze levenslopen en interesses nogal uiteenlopen, doet daar niets aan af.
Hij is ondernemer. Hij heeft een paar internetbedrijven groot gemaakt en zich er daarna weer grotendeels aan onttrokken. Hij heeft dat werk goed in de vingers en was er eigenlijk vóór zijn veertigste al klaar mee, wat de vraag opwierp wat vervolgens te doen.
Hij verveelt zich overigens niet, gaat graag op avontuur. Met een groep vrienden deed hij in een aftandse truck een rally naar Mongolië. Dat was bij tijden afzien. Hij maakte in een oude Saab cabrio een rit naar de Noordkaap, met dak open. Afgelopen winter ging hij helikopter skiënd van berghellingen in Canada af. Hij zit bij de vrijwillige brandweer.
Voor mij is een wandeling aan de Noord-Hollandse kust genoeg. Daar is hij gelukkig ook voor te porren.
We hadden afgelopen maandag afgesproken. Hij kwam uit Leiden, ik uit Utrecht. Op Amsterdam Centraal moest ik rennen om mijn aansluiting te halen. Dat ben ik niet meer gewend. Ik struikelde bijna over mijn eigen benen. Een jonge god ben ik alleen nog in gedachten. Ik haalde op het nippertje de sprinter, waar mijn broer een paar haltes later instapte. In Santpoort Noord stapten we uit.
De zon scheen en de temperatuur liet toe de sjaal wat losser te dragen. We liepen door het duingebied en pauzeerden als een stel oude taarten op een bankje. Mijn broer had gevulde koeken mee. Ik had helaas niet aan koffie gedacht.
Toen we later de duinen verlieten en het strand betraden, klonk achter ons het luchtalarm, een goed moment voor een duik. We hadden allebei een handdoek mee, hij zelfs twee. Maar zo avontuurlijk als mijn broer is ingesteld, zo huiverig was hij nu. Hij zei dat hij het niet zag zitten. Ik moest daarom net doen of ik er heel veel zin in had. Met ferme stappen liep ik richting de vloedlijn om daar in de buurt, op het gedeelte van het zand dat nog net droog was, te beginnen me uit te kleden.
Hij was toch sneller en stond, na even gedompeld te hebben, tot zijn knieën in de branding te kermen dat het erg koud was en dat het begon te tintelen. Ik stapte bedaard het water in, dook over een golf en dobberde een paar minuten in de tamelijk kalme zee. Hij was er alweer uit.
Het is niet helemaal eerlijk ons zo te vergelijken. Ik ben geoefend koudwaterzwemmer, het is niet zijn liefhebberij. Ik blijf uiteraard altijd de oudste, maar niet vanzelfsprekend wijzer.
Bij het uit het water komen kreeg de wind vat op mijn natte lijf en dacht ik heel even dat ik onderuit zou gaan. Dat heb ik maar voor me gehouden.