Er zijn ergere dingen. Daar zou ik ieder blog mee kunnen beginnen. Maar nu echt: er zijn uiteraard ergere dingen in de wereld dan te moeten wachten bij de apotheek.
Overvecht is de ongezondste wijk van Nederland. Ik heb van mezelf echter het idee in prima gezondheid te verkeren (net zoals ik me, ondanks mijn bijna 47 jaar, nog die jonge god voel). De frequentie waarmee ik de apotheek bezoek, vertelt een ander verhaal.
Er is daar een systeem om de afhandeling vlot te laten verlopen. Er is een zorgbalie en er is een snelbalie. Op een nummertjesapparaat bij de deur dient een keuze te worden gemaakt. De snelbalie is bedoeld voor mensen die alleen iets komen afhalen, uitsluitend voor medicijnen die klaarliggen dus. Het advies en het uitdrukkelijke verzoek is om recepten een dag van tevoren in te leveren, zodat alles in rust in gereedheid kan worden gebracht. De zorgbalie is voor mensen, inderdaad, die wat meer zorg behoeven en voor wie de pillen nog verzameld moeten worden. Het werkt. Wij klanten hebben de afgelopen jaren leren leven met dat systeem.
Ik had vorige week maandag ontdekt dat mijn mtx op was. Dat is een middel tegen reuma dat ik eens in de week slik. Dinsdag probeerde ik via de gloednieuwe app van het ziekenhuis een herhaalrecept aan te vragen. Dat lukte niet omdat er een verkeerde dosering werd weergegeven. Ik bellen. Lang verhaal kort: op de valreep zou het medicijn deze maandag klaarliggen.
De voor de hand liggende route was toen via de voor mij vertrouwde snelbalie. Er bleek echter geen recept te zijn gefaxt. Buiten belde ik nog eens met het ziekenhuis. De fax kwam er alsnog aan.
Weer binnen leek het me gepaster nu voor de zorgbalie te kiezen en op een stoel plaats te nemen. In de tijd dat ik daar zat, kwamen er vijf mensen bij de snelbalie aan de beurt. De fax had alle gelegenheid om op zijn gemak uit de printer te schuiven. Toen ik eenmaal aan de beurt was, bleek hij inderdaad gearriveerd.
De jongedame achter de balie bestudeerde het blaadje en vroeg of ik het ook de volgende dag zou kunnen ophalen. Geheel volgens het systeem. Ik zei dat ik het eigenlijk die avond in moest nemen, maar dat ik het voor een keertje wel een dag kon verschuiven. Ik ben de beroerdste niet. Ik zei er niet bij dat ik dat vaker had gedaan. Zij schrok toch al zichtbaar bij de gedachte en haastte zich te zeggen dat ze het in orde zou maken. Vriendelijk voegde ze daaraan toe: ‘U mag intussen wel even plaatsnemen, meneer.’
Ik zat alweer bijna op een van de stoeltjes bij het raam. Zij typte nog wat en draaide zich daarna om naar haar collega’s, die druk in de weer waren met potjes, doosjes en etiketten, en meldde luid, goed hoorbaar voor die collega’s en ook voor mij en de andere klanten: ‘We hebben een wachter!’
Ik had me maar te voegen in die rol.