Regels

De eerste die we zagen, zat met een achterpoot klem in een val. De dagen erna heb ik er improviserend twee moeten doden, snel en doeltreffend. Een ander vond zijn einde onder de beugel. De vijfde trok zich terug onder de keuken en werd daar door Melanie opgesloten door een kier te dichten. We zagen er ook een wegkruipen in een tas, die hem een weg uit huis verschafte.

Vooral de laatste twee hadden zich niet aan de regels gehouden. Ze behoren ’s nachts actief te zijn, als wij slapen, overdag hun holletje op te zoeken, behoedzaam langs de plinten te trippelen, zich uit de voeten te maken zodra een mens nadert, zich slechts kenbaar te maken met uitwerpselen en eventueel kapot geknaagde snoeren en kabels, zich koest te houden en zich niet te laten zien, zodat wij hooguit een vermoeden hebben van hun bestaan, ergens parallel aan het onze, maar er niet werkelijk deel van uitmakend.

Bij ons liepen ze op klaarlichte dag onderzoekend door de kamer. Pas als we hard in onze handen klapten, zochten ze dekking, om even later weer te verschijnen. Aan de regel van de uitwerpselen hielden ze zich wel, hoewel het dus niet het enige was waardoor wij wisten van hun aanwezigheid. Schade aan snoeren en kabels hebben we niet ontdekt. De beestjes werkten vooral op de zenuwen, erg op de zenuwen. Het lijkt wat overdreven, maar een mens zou er bijna van gaan bidden, bidden dat de rest keurig onder de keuken blijft.