Het is zo gegroeid dat ik vooral leed deel. Ik heb me daarin gespecialiseerd en ben er best goed in geworden. Ik kies ermee voor de makkelijke weg. Het is bijvoorbeeld veel moeilijker om adequaat geluk in woorden uit te drukken. Geluk is ook niet zo leuk en komt veel beter tot zijn recht tegen een donkere achtergrond.
Je wilt bovendien helemaal niet weten hoe gelukkig ik soms ben. Wat hier staat komt nooit in de buurt van de werkelijke ervaring. Het wonder ervan wordt tenietgedaan door er woorden aan te geven.
Bij leed is dat anders. Daar kan iedereen met gemak aan relateren. Het is van: o ja, dat heb ik nou ook weleens. Aha, ik ben niet de enige. Of: ik heb met hem te doen. Of sterker: wat een geluk dat ik hem niet ben. Zie je, in dat laatste geval ben je zelf even gelukkig, alleen al door te lezen over andermans shit.
Ik filosofeer nog wat door. Wat is geluk eigenlijk? De afwezigheid van lijden? Dat is niet vol te houden. Dan zou het alleen een gradatie zijn van gebrek aan misère. Ook totale gelukzaligheid komt voor. Het duurt net zo lang als je nodig hebt om het te beseffen. Een moment. Dan is het lijden er weer. Ik kan er niets anders van maken.
Ook voor mensen die niet met van alles en nog wat te kampen hebben, gaat het op. Groot of klein leed, er is altijd wat. Nooit niks inderdaad.
Ik heb geleerd dat het vruchtbaar is om een zekere tevredenheid met het lijden te cultiveren. Een beetje blij zijn dat je lijdt, zoiets. Daar oefen ik elke dag mee. Dus laat die ellende maar komen. Dan heb ik weer wat te doen.
Binnenkort verschijnt Puzzelstukjes, een nieuwe bundel met blogs (van 250 woorden). Ik hou je op de hoogte.
