Vrij

Ik kon de invalshoek maar niet bedenken om over de kauwen te schrijven die tijdens de schemering bij de hoogste verdieping rond de flat zwermden.

Op een ochtend zag ik zomaar een viertal putters scharrelen tussen de katjes op straat. Het was mogelijk, volgens een vogelsite, de soort waar te nemen, maar niet waarschijnlijk. Ik hield me in en plaatste niets op de buurtapp.

Aan het eind van de dag maakte ik een wandeling. Op dat moment nam ik het besluit te streven zo vrij te zijn als de kauwen, hoewel het meteen te beperkt overkwam; dat eindeloos heen en weer gezwenk en steeds samen met je partner op zoek moeten naar het beste plekje op de rotswand.

In het park op de heuvel aangekomen drong tot me door dat ik hoog boven alles zweefde. Ik stond er niet lang bij stil, hield mijn pas nauwelijks in. Weer beneden vloog een wolk van meer dan twintig putters voor me op. Hun vlucht tintelde me.

Thuis heb ik nog bedacht of het geloofwaardig zou zijn de zeearend hoog boven de kauwen te laten zweven. Dat zijn snavel de volgende ochtend op de voorpagina van de krant prijkte, verraste me niet eens.

Zes doorwaakte nachten volgden. Ze waren schaamtevol, hartbrekend, angstaanjagend en soms onwaarschijnlijk in hun waarheid. Ook bemoedigend vanwege alle hulp van zowel mensen als engelen. Meer dan ooit werd ik ermee geconfronteerd dat er meer is dan wat ik doorgaans waarneem.

Zoals nu met mijn voeten weer op de grond.