Heldhaftig

Er is een vrouw op het veldje bij de plas die, als ik het goed heb, lijdt aan MS. Dat is niet mis. Ze speelde ooit professioneel gitaar en kan nu alleen nog maar lesgeven. Ze verplaatst zich per rolstoel. De benen willen niet meer.

Haar vriend is altijd mee om haar bij te staan, om te beginnen door haar vanaf de weg, een paar honderd meter verderop, tot aan de waterkant te duwen. Hij helpt haar ook het water in. Dat lukt hem nog alleen. Om weer op de kant te komen heeft ze meer handen nodig. Ik heb twee keer helpen tillen, sta niet vooraan.

De eerste keer kwam ik zelf ook net uit het water. De instructies waren niet heel duidelijk of ik was onbeholpen, een van de twee of allebei, waardoor ik haar arm niet goed beetpakte. Ze is fragiel. Het zal niet veel gescheeld hebben of de schouder was uit de kom. Vooral voor haar pijnlijk. Beetje ook voor mij, dat falen.

Een andere dag lag ik op mijn handdoekje en kwam haar vriend me vragen, niet zo vriendelijk, een beetje dwingend, of ik even wilde helpen. Hoe kon ik weigeren? Waar zou ik dan nog voor deugen? Met lood in de blote voeten begaf ik me richting het water en stapte naast haar erin. Ondanks dat mijn greep nu in orde was, lukte het niet haar hoog genoeg te tillen – door decennialang lithiumgebruik zijn mijn spieren soms net pap – en schuurde ze met haar rug langs de houten beschoeiing. Ik doe het niet meer.

Toen ik van de week binnen schootsafstand zat van een verzoek om hulp en in de gaten kreeg dat ze bijna klaar was met zwemmen, verdiepte ik me haastig met gebogen hoofd in mijn e-reader. Ja, zo ben ik, blijkt.

Iemand anders was aan de beurt, een argeloze voorbijganger, zou je kunnen zeggen, geen vaste bezoeker, Engelssprekend ook nog. De uitdrukking ‘de klos zijn’ kent hij niet. Hij was hem weldra wel, let maar op. Het was niet nodig het tafereel te aanschouwen om mee te krijgen hoe het verliep. Ze gilde het uit. Rug over hout. Pijnlijk voor het hele veld, maar goed, vooral weer voor haar. En voor hem. De Engelssprekende man liep met afhangende schouders terug naar zijn plek om daar onder het gras te verdwijnen.

Het is ronduit heldhaftig dat zij zich door alle pijn en ongemakken niet laat weerhouden. Op mooie dagen gaat ze vaak meer dan eens te water. En had ik al gezegd dat ze ook in de winter doorzwemt? Ze zwemt op haar rug en moet het hebben van de armen, een halve samengestelde rugslag. Het doet haar heel veel goed, anders zou ze het wel laten.

Winterzwemmen

Vogels kondigen al volop het voorjaar aan. De goeddeels verdwenen sneeuw heeft de wegen en paden gezuiverd. Waar het in duinen lag opgehoopt zijn nog wat plukken over.

Op het hevigst van de korte en hevige winter was ik gaan zwemmen, de zondag dat code rood als weeralarm gold. Er waren lage temperaturen voorspeld, die samen met een stevige oostenwind voor nog veel lagere gevoelstemperaturen zouden zorgen. Daar kwam sneeuwjacht bij.

Het zou geen poolexpeditie worden, maar enige uitdaging zat er zeker in. De dag ervoor keek ik er al met spanning naar uit. Het was vooral de vraag of ik per fiets de plas kon bereiken. Eenmaal onderweg viel het mee. Ik had een iets beschuttere route gekozen. Vers gevallen sneeuw is bovendien niet glad: zolang het knerpt, gaat het goed.

Bij het veld aangekomen bleek ik niet de enige te zijn die voor de ontbering had gekozen. Er waren drie andere zwemmers.

Het water was koud als gewoonlijk, hoewel de uiteinden van mijn lijf toch iets eerder en meer pijn leken te doen. Pas bij het aankleden werd het nijpend. De kramp in mijn handen, toenemend bij gebrek aan bescherming tegen de wind, verhinderde me bijna om mijn broek dicht te knopen. Met de rits van mijn jas had ik ook moeite. Maar eenmaal al mijn kleren aan, en dat waren er veel, en met mijn handschoenen, was het goed.

We hebben nog thee gedronken en wat staan keuvelen, daarbij niet nalatend onszelf op de borst te kloppen.

Hype

Het kan bijna niemand ontgaan dat winterzwemmen wint aan populariteit. Er zijn ineens meer mensen die het aantrekkelijke ervan zien, of het een keer willen proberen. Deze activiteit kan tenminste nog onder de coronamaatregelen. De belofte bovendien van een verbeterde weerstand spreekt aan. Het aanzwengelende effect van alle media-aandacht maakt het fenomeen tot een heuse hype.

Geen krant, blad of programma laat de kans voorbijgaan er aandacht aan te besteden: De Telegraaf, NRC, Trouw, De Volkskrant (twee keer), Stadsblad Utrecht, Kampioen, Keuringsdienst van Waarde, Radar, Nieuwsuur, en deze week, waarschijnlijk niet de hekkensluiter, een item bij Jinek. Dit alles nog los van wat aan mijn aandacht is ontsnapt.

Voor ervaren winterzwemmers is er weinig nieuws aan, vooral gedoe over speciale ademhaling en oefeningen voor een warming-up vooraf. Daar maken wij, bij de plas, geen punt van: uitkleden en het water in volstaat.

Een bijdrage in De Volkskrant van Jelle Brandt Corstius is nog wel het noemen waard. Hij kreeg twee en een halve pagina om te berichten dat hij afgelopen najaar wat had geprobeerd en sinds begin dit jaar eens per week zwom. Dit verscheen begin februari, het ging dus om hooguit vier keer.

Het contrast is groot met bijvoorbeeld Kees, dit jaar 93, die sinds ongeveer zijn zeventigste de winters zwemmend trotseert. De laatste tijd doet hij dat niet meer elke dag, maar is nog vaak van de partij. Over hem zouden ze eens een reportage moeten maken, ware het niet dat hij uitgesproken wars is van zulke poeha.