Mantra

Bij het leren mediteren, volgens de lessen die ik volgde, is het gebruik de ademhalingen te tellen. Elke uitademing is er één. Het is een oefening waarbij de aandacht kan verschuiven van wat er in je hoofd rondgaat naar wat er in je lijf gebeurt. Dat hoofd blijft een rol spelen, maar wordt minder dominant.

Na jaren training heb ik het tellen losgelaten. Af en toe doe ik het nog, als ik een krachtig middel nodig heb om erbij te blijven. Dan val ik terug op wat ik goed ken.

Een alternatief voor gevorderden is om alleen maar te zitten, verder niets, de aandacht niet op iets in het bijzonder te richten. Dat is nog te lastig voor mij om lang vol te houden, dan gaan gedachten toch met me aan de haal.

Mijn heil vind ik al een tijdje bij een mantra, van één lettergreep. Je kunt dat ook als een hulpmiddel zien, maar dan zou je het tekort doen. Het woord is de reactie op een vraag die niet met alleen het verstand kan worden beantwoord. Het vult, onhoorbaar uitgesproken bij elke in- en uitademing, volledig de ruimte. Dat te realiseren lukt me bij lange na niet altijd, het blijft ook en vooral een oefening.

Dit klinkt best vaag, en is dat vanwege de essentie misschien ook. Voor mij wordt het echter, hoe vaker ik me eraan overgeef, steeds tastbaarder. Dat geluid, of die stilte, is iets wat ik altijd bij me draag. Met mijn adem als instrument.