Spiritueel

Ik lees Verslaafd aan liefde van Jan Geurtz nog eens. Het gaat over hoe vrijwel alle geliefden de ander gebruiken om hun zelfafwijzing toe te dekken en op die manier van elkaar afhankelijk zijn voor hun eigen geluk. En dat dat niet hoeft, liefst wegblijft.

Melanie leest het boek ook. Zodra ze mij ermee zag, leende ze de elektronische versie bij de bieb.

Dit komt op een goed moment. We raken erover in gesprek, een uitstekende aanleiding om onze relatie weer eens grondig tegen het licht te houden. Dat is nog gaande, als het ooit al klaar is.

Omdat ik er meer tijd aan besteed, blijf ik haar in het boek een paar hoofdstukken voor. Ik weet al wat er nodig is voor een ‘spirituele liefdesrelatie’. Mag ik een teiltje? Jan heeft goeie dingen te melden, alleen die termen.

Het komt voor ons goed uit dat de auteur vooral put uit de boeddhistische filosofie. Zijn woorden sluiten aan bij waar we inmiddels een jaar of vijftien mee bezig zijn, ons begeven op het ‘spirituele pad’. Het doet goed te merken dat die activiteit vruchten afwerpt, dat we wat gevorderd zijn, en net zo goed nog een eind hebben te gaan. Er blijft voor ieder genoeg te ontdekken over. Van daaruit gaan we voort, vergezeld door een gezonde, fundamentele onzekerheid om mee om te leren gaan.

Inmiddels ben ik bij een van de laatste hoofdstukken beland, dat over ‘spiritueel vrijen’ gaat. Daar wacht ik even mee tot zij ook zover is.

Lezen

Het lukt me niet meer om boeken uit te lezen. Anderhalf jaar geleden boeide en vermaakte een dikke pil me zo dat ik er met een sneltreinvaart, voor mijn doen dan, doorheen ging tot het eind. Dat was de laatste. Van dezelfde schrijver ligt een andere roman op mijn bijzettafeltje, met de boekenlegger op nog geen kwart.

Bij non-fictie, op papier en elektronisch, overkomt het me ook. Soms ligt armoedig taalgebruik, waar ik niet doorheen kan bijten, eraan ten grondslag. Of het duurt te lang voordat een op de achterflap van een levensverhaal beloofde bevrijding begint te gloren. Of het begin is zo goed, dat de tweede helft weinig extra te bieden kan hebben.

Maar net zo goed dus bij romans, zoals bij eerdergenoemde auteur. Of bij een topschrijver wiens boek als meesterwerk wordt beschouwd. Ik heb het geprobeerd, ook omdat eerder werk van hem me goed was bevallen, maar nee. En er is een boek, erg goed, dat me zo dicht op de huid zit, zoals geen ander ooit, dat ik het weg moest leggen.

Het is een greep, zoals bijvoorbeeld ook drie werken van auteurs die ik bewonder. Daar ligt het niet aan. Ik ga zomaar denken dat het aan mij ligt dat ik de eindstreep niet haal. Ik heb geen zin om lang over oorzaak en uitweg na te denken.

Er is een sprankje hoop. Er is een uitzondering. Er is een boek dat ik kortgeleden uitlas. Maar daar heb ik dan weer het begin van overgeslagen.