Spiritueel

Ik lees Verslaafd aan liefde van Jan Geurtz nog eens. Het gaat over hoe vrijwel alle geliefden de ander gebruiken om hun zelfafwijzing toe te dekken en op die manier van elkaar afhankelijk zijn voor hun eigen geluk. En dat dat niet hoeft, liefst wegblijft.

Melanie leest het boek ook. Zodra ze mij ermee zag, leende ze de elektronische versie bij de bieb.

Dit komt op een goed moment. We raken erover in gesprek, een uitstekende aanleiding om onze relatie weer eens grondig tegen het licht te houden. Dat is nog gaande, als het ooit al klaar is.

Omdat ik er meer tijd aan besteed, blijf ik haar in het boek een paar hoofdstukken voor. Ik weet al wat er nodig is voor een ‘spirituele liefdesrelatie’. Mag ik een teiltje? Jan heeft goeie dingen te melden, alleen die termen.

Het komt voor ons goed uit dat de auteur vooral put uit de boeddhistische filosofie. Zijn woorden sluiten aan bij waar we inmiddels een jaar of vijftien mee bezig zijn, ons begeven op het ‘spirituele pad’. Het doet goed te merken dat die activiteit vruchten afwerpt, dat we wat gevorderd zijn, en net zo goed nog een eind hebben te gaan. Er blijft voor ieder genoeg te ontdekken over. Van daaruit gaan we voort, vergezeld door een gezonde, fundamentele onzekerheid om mee om te leren gaan.

Inmiddels ben ik bij een van de laatste hoofdstukken beland, dat over ‘spiritueel vrijen’ gaat. Daar wacht ik even mee tot zij ook zover is.

Jubileum

De bloem in zijn hand had gele blaadjes. Zijn kleding verried niets van een zwervend bestaan. Hij vroeg een bijdrage voor zijn spirituele manier van leven. Ik gaf een gulden. Ik wilde meer geven, want meende dat hij in geestelijke nood verkeerde. Ik stond er niet bij stil dat het andersom kon zijn. We liepen samen een stukje op. Hij vertelde over een jarenlang verblijf in Noorwegen, een serieuze retraite. Mijn interesse was echter eerder al gewekt, namelijk bij die spirituele manier van leven. Wat kon dat inhouden?

Ik nodigde hem uit in mijn studentenhuis voor een kop soep. Hij zag cassettebandjes liggen, keurde om onduidelijke redenen Joni Mitchell af en Robert Cray goed. Hij wees me op het tasje dat aan de deur voor het grijpen hing en inderdaad mijn paspoort bevatte. Wat ik er verder ook van herinner, tot de uien in de soep aan toe, niet wat we precies bespraken. Het moet iets in beweging hebben gezet.

We namen afscheid. Ik liep een rondje door de wijk met de bloem in mijn hand. De nacht erop was een doorwaakte. In de ochtend waren er mensen aan mijn bed die zich zorgen maakten. Ik was intussen meerdere keren de aarde rond geweest, en ook nog een eindje daarbuiten. De opnameafdeling was die dag het eindstation.

Dit speelde zich af in januari 1995. Ik heb een jubileum te vieren, een dubieus jubileum: 25 jaar leven met een psychische kwetsbaarheid. Of als je het anders bekijkt: 25 jaar op reis.